In het tabblad dat Excel zojuist voor je gegenereerd heeft komen een hoop gegevens voor. Deze gegevens Zullen uitgelegd worden. Houd er rekening mee dat lang niet alle gegevens interessant zijn.
Gemiddelde:
Alle antwoorden bij elkaar opgeteld, gedeeld door het aantal antwoorden. De vraag hier is: "wat zou iedere ondervraagde als antwoord moeten geven om tot eenzelfde resultaat te komen als iedereen hetzelfde antwoord moet geven". Dit getal is lang niet altijd interessant! Wanneer je een vraag hebt zoals:
"wat is uw hoogst genoten opleiding?'
1 basisschool
2 middelbare school
3 MBO (middelbaar beroepsonderwijs)
4 HBO (hoger beroepsonderwijs)
5 WO (wetenschappelijk onderwijs / universiteit)
6 WO+ (gepromoveerd)
Dan heb je helemaal niets aan een gemiddelde! Wat zegt een opleiding van 4,25? Helemaal niets toch!? Een gemiddelde score is vooral interessant wanneer je waarderingsvragen hebt of open vragen waarop geantwoord moet worden met een getal.
"Hoe ver woont u van het Mondial College af?"
Standaardfout:
Dit getal geeft aan hoe hoe ver je gemiddeld afwijkt van het gemiddelde als je steekproefgewijs een willekeurig resultaat zou vergelijken met het gemiddelde. De standaardfout wordt kleiner naarmate je meer enquêteresultaten hebt.
Aangezien dit getal gekoppeld is aan het gemiddelde is dit getal niet altijd interessant.
Mediaan:
Dit is het gemiddelde uit steekproeven. Het nut van de mediaan is dat eventuele fouten minder snel je onderzoek beïnvloeden Bij een gemiddelde uit steekproeven worden een aantal resultaten bekeken van één vraag. Uit deze paar bekeken antwoorden wordt een gemiddelde berekend, de mediaan.
Aangezien dit getal gekoppeld is aan het gemiddelde is dit getal niet altijd interessant.
Modus:
Het meest voorkomende antwoord.
Standaarddeviatie:
De standaarddeviatie, ook wel standaardafwijking genoemd, is de gemiddelde afwijking van de gemiddelde score op een vraag. Met deze waarde kun je bepalen of jouw gemiddelde wel een betekenis heeft.
Bijvoorbeeld:
Als je een onderzoek doet waarbij je de volgende stelling geeft:
"Geef een waarderingscijfer voor het [Technasium]"
20 testpersonen geven het [Technasium] een 10
20 testpersonen geven het [Technasium] een 2
De gemiddelde waarde is dan 6,0.
Betekent die 6,0 dat men gemiddeld tevreden is over het [Technasium] of niet? De 6,0 doet vermoeden van wel. De standaarddeviatie zou in dit voorbeeld 4,0 zijn. De gemiddelde afwijking van de resultaten vanaf 6,0 is 4,0. Een standaarddeviatie van 4,0 op een bereik van 8 is een heel onzekere score. je kunt dan niets met je gemiddelde.
Bijvoorbeeld:
Als je een onderzoek doet waarbij je de volgende stelling geeft:
"Geef een waarderingscijfer voor het [Technasium]"
20 testpersonen geven het [Technasium] een 6,5
20 testpersonen geven het [Technasium] een 5,5
De gemiddelde waarde is dan 6,0.
Betekent die 6,0 dat men gemiddeld tevreden is over het [Technasium] of niet? We gaan weer kijken naar de standaarddeviatie. Deze is in dit voorbeeld 0,5 zijn. De gemiddelde afwijking van de resultaten vanaf 6,0 is 0,5. Een standaarddeviatie van 0,5 is een zekere score. Je gemiddelde heeft nu een betekenis.
Aangezien dit getal gekoppeld is aan het gemiddelde is dit getal niet altijd interessant.
Steekproefvariantie:
Deze waarde geeft aan hoe de verschillende resultaten onderling verspreid zijn. een grote variantie betekent grote verschillen tussen de resultaten. een kleine variantie betekent natuurlijk het omgekeerde.
Kurtosis:
Geeft aan of er veel extreme resultaten zijn. Bij de stelling:
"Geef een waarderingscijfer voor het [Technasium]"
kan het zo zijn dat tien testpersonen een 4,0 geven en twee testpersonen een 10,0. Deze twee tienen beïnvloeden het gemiddelde behoorlijk. Een grote kurtosis geeft aan dat het gemiddelde sterk beïnvloed wordt door een paar extremen.
Aangezien dit getal iets zegt over het gemiddelde is dit getal niet altijd interessant.
Scheefheid:
Deze waarde omschrijft de verdeling tussen positieve en negatieve waarden ten opzichte van het gemiddelde. een grotere scheefheid kan duiden op een grote kurtosis.
Aangezien dit getal gekoppeld is aan het gemiddelde is dit getal niet altijd interessant.
Bereik:
Het verschil tussen de hoogste en de laagste score.
Minimum:
De laagste score bij een vraag.
Maximum:
De hoogste waarde bij een vraag.
Som:
De scores van één vraag bij elkaar opgeteld.
Aantal:
Dit is het aantal ingevulde waarden. In de meeste gevallen komt dit overeen met het aantal enquêtes wat je afgenomen hebt. Als er vragen zijn die mensen niet ingevuld hebben kan dit aantal variëren.